Medicijnen worden niet goed onderzocht op hun werking bij kinderen. Artsen handelen daarom naar eigen inzicht, „maar ik twijfel continu.”
Tekst: Frederiek Weeda
Zijn Nederlandse kinderen de afgelopen tien jaar 60 procent meer laxeermiddelen gaan slikken? Daar kijkt Sue Hill van op. Ze is geneeskundige en beleidsmedewerker bij de Wereld Gezondsheid Organisatie (WHO) en was deze week aanwezig bij een driedaagse congres in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. „Werd hier voor kinderen 339.000 keer een laxeermiddel voorgeschreven, vorig jaar? Dat is zorgelijk. Er is toevallig op dit congres onderzoek gepresenteerd waaruit blijkt dat laxeermiddelen niet effectief zijn bij kinderen.” Het goede nieuws, zegt Hill, is dát er überhaupt onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van laxeermiddelen bij kinderen. Want voor de meeste medicijnen gebeurt dat niet.
Uit de hele wereld waren honderdzeventig kinderartsen naar het AMC gekomen om af te spreken hoe ze gezamenlijk geneesmiddelen kunnen testen voor kinderen. Dat gebeurt nu mondjesmaat, terwijl ze wel worden voorgeschreven. In Nederland slikken kinderen veel meer medicijnen dan tien jaar geleden. Naast de explosieve groei van het gebruik van ritalin en concerta, voor adhd, is het aantal recepten voor antipsychotica voor autistische kinderen verdrievoudigd tot 131.000 in 2008. Ook het aantal kinderen dat maagzuurremmers of luchtwegverbreders of hormoonhoudende zalfjes gebruikt, is fors gegroeid, blijkt uit cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Neonatoloog Martin Offringa, die het congres organiseerde, maakt het dagelijks mee: hij dient bij pasgeboren baby’s medicatie toe die niet is getest op kinderen. Wel op volwassenen, maar niet op kinderlichamen. „Dat is frustrerend, want we weten veel te weinig”, zegt Offringa. Laatst had hij een te licht geboren baby die twee weken lang aan een infectie leed. „We kregen de infectie er maar niet onder met een antibioticum. Het kind overleed. Achteraf denken we dat we een hogere dosering hadden moeten geven.”Maar ja, verzucht Offringa, hoe moeten artsen de dosering precies kennen? „Antibiotica zijn niet getest op kinderen. Niet op de effectiviteit of de bijwerkingen in kinderlichamen. Welke dosering we moeten geven, weten we ook niet.” Vaak hebben artsen wel kennis, onderstreept Sue Hill, op grond van veelvuldig gebruik, maar dat is iets anders dan degelijk onderzoek – eerst op dieren, dan op gezonde mensen en vervolgens op (kind)patiënten, zoals dat voor medicatie voor volwassenen verplicht is. Hill schat dat een degelijk onderzoek naar de honderd meest gebruikte medicijnen voor kinderen ongeveer tien jaar zal duren.
Bijwerkingen zijn er wel degelijk, blijkt uit studies achteraf van kindpatiënten die een bepaald medicijn namen. Schade aan de nieren, aan de lever. Sommige antibiotica geven een kind gele tanden – zijn leven lang. Van sommige medicijnen tegen kanker bij kinderen wordt het kind later onvruchtbaar. Hill: „Dat zijn altijd afwegingen. Ik bedoel: je gaat een kind niet laten sterven aan cholera omdat hij van het antibioticum gele tanden krijgt. Maar je wil al die afwegingen wel maken op grond van zoveel mogelijk onderzoek.”
Lange tijd, legt Hill uit, werd onderzoek op kinderen onethisch gevonden. In de laatste fase van klinisch onderzoek geeft de onderzoeker één groep zieke patiënten wél het middel en een andere groep níet. Zo kun je effectiviteit meten. „Dat is pijnlijk, omdat kinderen geen toestemming kunnen geven, dat doen de ouders. Bovendien kan de ene groep baat hebben bij het medicijn, terwijl de andere groep niet profiteert van de werking ervan.”
Maar het is niet vol te houden dat wetenschappelijk onderzoek dan maar niet moet gebeuren, zegt Hill, aangezien medicatie op steeds grotere schaal wordt gegeven aan kinderen. „Kinderartsen beginnen dat in te zien. De farmaceutische bedrijven nog niet.” Onderzoek bij kinderen beschouwen farmaceutische bedrijven als te lastig, zegt Hill, en ze zien er ook onvoldoende markt in.
Voorschrijven doen artsen tóch wel. Artsen en ouders voelen steeds sterker de behoefte om klachten te verlichten, stelt de Koninklijke Nederlandse Vereniging ter bevordering van de Pharmacie. Sterker, zegt Martin Offringa, als het alle kinderartsen (en -psychiaters) in één klap verboden werd om niet-geregistreerde geneesmiddelen toe te dienen, dan zouden ze met de handen in het haar zitten. „We schrijven natuurlijk voor omdat we geloven dat een middel meer goed doet dan kwaad. Maar ik twijfel eigenlijk continu.”
Rectificatie / Gerectificeerd
Correcties en aanvullingen
Medicijnen en kinderen
In het artikel Werking medicijnen bij kinderen: onbekend (30 oktober, pagina 2) stond dat neonatoloog Martin Offringa zegt dat antibiotica niet zijn getest op kinderen. Daar had moeten staan: „Antibiotica zijn niet getest op te vroeg geboren baby’s.”